woensdag 22 april 2009

Macht aan het volk

We gaan het allemaal anders doen. We stoppen met de negentiende-eeuwse liberale rechtsstaat. We stoppen met individuele burgerrechten, gelijkheid, rechtvaardigheid. We stoppen met een overheid die moet zorgen voor veiligheid van burgers, voor ordening en voor recht. Dat is allemaal niet doelmatig, daar maakt de bv-Nederland geen winst mee. Vrijheid van meningsuiting was een geinig idee, maar het moet natuurlijk wel aan banden worden gelegd. Je kan niet alles zeggen, of vinden. Je mag niet oproepen tot overtreding van de wet. Je mag niemand kwetsen. Je mag niet discrimineren. Je dient je mening in het Nederlands te uiten en als je grappig probeert te zijn moet je dat er nadrukkelijk bijvertellen zodat iedereen het begrijpt. Misschien kunnen we verplichten om zo’n televisie-lachsalvo aan te zetten?
We maken de afweging tussen individuele rechten en gelijkheid ook maar eens opnieuw. Indidviduele rechten gelden alleen en voor zover ze niet strijdig zijn met de gelijkheid. Iedereen moet gelijk zijn aan de meerderheid. Je moet eruit zien als de meerderheid, je gedragen als de meerderheid, dezelfde smaak hebben als de meerderheid. Gelijkheid is een groot goed en wij Nederlanders zijn erg trots op onze ruimdenkendheid, dus je mag geen zwarten gehandicapten homo’s of reli’s discrimineren. Marokkanen, behoofddoekte dames, dierenactivisten en voetbalsupporters moeten zich voegen naar onze wet, de wet van de meerderheid. Dat is democratie. Ik hoor bij de meerderheid, kijk maar ik ben wit en hoog opgeleid en links dus ik vertegenwoordig de Nederlanders, dus wat ik vind is waar. Zo waar, dat die anderen hun bek moeten houden, moeten stoppen met hun rare opvattingen over vrouwen en geweld en de manier waarop je je kinderen opvoedt. Vrouwen bijvoorbeeld, die vinden we hier in Nederland absoluut en volledig gelijkwaardig aan mannen. Beter zelfs! Gelukkig hoeven we daar in de praktijk niks mee te doen, als je principes maar correct zijn.
De overheid, dat vooral gaan we anders doen. Voor je veiligheid moet je zelf maar zorgen, en als je wil weten of bedrijven je iets aansmeren dan betaal je je lidmaatschap van de Consumentenbond maar. De overheid is niet langer een politieagent maar een dokter. Wie niet mee wil doen, of niet kan, die moet worden genezen van z’n onmacht. De sneuerds zitten vaak nog in de ontkenningsfase, maar gelukkig zet de overheid alle middelen in om zo vroegtijdig mogelijk in te grijpen en ellende te voorkomen. Als een niet-witte buitenlandse vrouw zwanger is, dan beginnen we vast met bijles van ouders en kind: vader moet ’s nachts de straat op om vandalen tegen te houden, moeder moet het kind liefdevol en met veel aandacht normen en waarden bijbrengen, en voor het kind hebben we tijdig les in taal en zelfredzaamheid. Witte ouders vergeten we niet, maar die vallen in een heel andere risicogroep. Die leggen we een vragenlijst voor over hun drinkgewoontes, jeugdtrauma’s en kwalen zodat we na een gedegen analyse weten wie z’n kind zal slaan, wie het teveel zal pushen om op vioolles te gaan en wie het teveel patat zal voeren.
Mooi toch, On liberty bij het vuilnis en Brave new world als nieuwe handleiding. Zo loodst papa staat ons veilig door kredietstorm en Bin Ladenterreur. Wat een heerlijk zacht bedje!

donderdag 2 april 2009

Leviathan

Ook al ben ik niet zo’n bangerik, er zijn toch een hoop gevaren om rekening mee te houden. Het is misschien wel het belangrijkste wat je leert bij het opgroeien: vuur doet pijn en als je te hoog in de boom klimt val je ook diep. Niet met vreemde mensen meegaan, grote honden niet vrolijk aan hun oren trekken, je fiets op slot zetten en je spaargeld naar een nette bank brengen.
Nu ben ik volwassen en ik kan het allemaal. Ik doe m’n riem om in de auto, ik eet geen kankerverwekkende patat, koop geen buitendijks huis en ik begin niet te schelden tegen een groepje brommerjochies die me uit m’n slaap houden. En dan is er natuurlijk nog de overheid. De overheid, die er primair is voor de veiligheid, voor het beschermen van individuele burgers tegen gevaren die we niet individueel de baas kunnen. Hobbes legde al uit waarom er een overheid is: om ons te beschermen tegen collectieve gevaren.

Tot mijn schrik zie ik echter dat de overheid inmiddels het grootste gevaar ìs. Terwijl wij, burgers, onze veiligheid aan de overheid hebben toevertrouwd: bescherm ons tegen overstroming en hongersnood, tegen vijandelijke buurlanden en tegen oplichters en fraudeurs. Maak recht wat krom is, herstel de orde, bestraf criminelen en organiseer het maatschappelijk verkeer zodat we elkaar niet tot last zijn.

Vooral dat laatste, dat organiseren van de samenleving, gebeurt met regels, ge- en verboden, voorwaarden en eisen. Die allemaal gehandhaafd worden met aanwijzingen en sancties. Om te voorkomen dat we elkaar doodrijden moet iedereen rechts houden en wie dat niet doet krijgt een boete.

Nou is het bij de overheid mode om te proberen te voorkómen dat er sancties opgelegd moeten worden. Het is natuurlijk veel doelmatiger als mensen zich ‘uit zichzelf’ aan de regels houden. De overheid gaat dus ‘slim’ regelen, en dat doet ze door te onderzoeken welke burgers zich waarschijnlijk niet aan de regels zullen gaan houden. En die burgers, de risicogroepen, die worden bestookt met ‘preventief beleid’.

Het is veel makkelijker om burgers in categorieën in te delen, dan om beleid te maken dat de gewenste uitkomsten heeft zonder van burgers aanpassing aan de overheid te vragen. Makkelijker, en goedkoper, is het om alle informatie die je over burgers hebt op een rijtje te zetten en dan als een ware homeopaat de symptomen van deviant gedrag te bepalen. Kerkse christenen slaan hun dochters, kinderen van gescheiden ouders doen aan winkeldiefstal, rokers claimen hoge ziektekosten.

Iedereen die niet in het ideaalbeeld past van de oplettende, brave, Nederlands sprekende, opgeleide, zelfredzame, verantwoordelijke, middenpartij-kiezende, gezond etende en vooral gematigde, burger past, wordt onderwerp van preventief overheidsbeleid. De overheid wil al die devianten er toch toe bewegen zich te conformeren aan datgene wat gedefinieerd is als ‘de samenleving’. Iedereen die niet bij de groep ideale burgers past, hoort eigenlijk ook niet echt bij de samenleving. Hij/zij moet er bij gaan horen, of je wil of niet. De overheid definieert de samenleving, definieert de burger, en definieert integratie: wat moet je doen en hoe moet je zijn om erbij te horen? Dat is het grootst denkbare gevaar, de grootste aantasting van de veiligheid van individuele burgers: onze individuele vrijheid, onze eigen identiteit, wordt ons ontzegd.